Omgaan met oordelen
Je hebt voor jezelf de stap gezet dat je nonmonogaam wilt leven en je partner(s) wil(len) dat ook. Maar dan is er de omgeving die daar ook iets van vindt en daar maak je je misschien druk over. Een paar handvatten om daar mee om te gaan.
Oké, je hebt voor jezelf de stap gezet dat je nonmonogaam wilt leven en je partner(s) wil(len) dat ook. Maar dan is er de omgeving die daar ook iets van vindt en daar maak je je misschien druk over. Een paar handvatten om daar mee om te gaan.
Jij bepaalt wat je vertelt en aan wie
Allereerst ben je natuurlijk helemaal niet verplicht om iemand iets te vertellen als je dat niet wilt. Met wie jij omgaat en seks hebt, is een privé-zaak. Als de levens van jou en je partners wat meer gaan integreren, dan ligt dat iets anders. Dan nog is het jouw zaak wat je vertelt.
Het is jouw keuze, je doet niemand kwaad
Immers, dit is jouw keuze. Zolang jij zorgvuldig omgaat met je naasten, doe je niemand kwaad. Elkaar liefhebben is misschien wel het mooiste dat een mens kan doen. Wanneer je dit integer doet, lijdt niemand daar schade door. Je hoeft aan niemand verantwoording af te leggen.
Seks en relaties zijn voor iedereen kwetsbare onderwerpen
Maar waarom vindt toch iedereen er iets van? Simpelweg omdat seks en relaties voor iedereen kwetsbare onderwerpen zijn. Je staat letterlijk en figuurlijk naakt tegenover elkaar. Je kunt je nergens achter verschuilen. Kwetsbaar tot in het diepst van je ziel. Om die kwetsbaarheid te beschermen hebben we met z’n allen normen, regels en taboes bedacht. Sommigen waren ooit praktisch en zinvol, met name als het ging over erfrecht van landerijen en andere bezittingen. De meeste normen, regels en taboes hebben als doel ons voor emotionele kwetsuren te behoeden. Want kwetsuren, of angst daarvoor, of de angst om een ander te kwetsen, kent iedereen wel. Seks gaat over aantrekking maar ook over afstoting. Dat komt heel dichtbij. En wie fantaseert er niet eens over seks met iemand anders? Eén op de drie mensen gaat daadwerkelijk ooit vreemd. Velen worden verliefd op een ander. Vrienden, of nog pijnlijker, ouders zijn ooit gescheiden. Gezinnen worden gespleten. Iedereen kent op één of andere manier moeite en pijn die samengaat met seks en relaties. Verlangens, verleidingen en angsten kunnen daarom beter bedekt blijven.
Jij bent een projectiescherm voor angst en verdriet van de ander
En dan kom jij, met jouw verhaal. Jij gaat het anders doen. Jij gaat daadwerkelijk iets doen met je verlangen en trotseert je angst. Dat raakt onvermijdelijk de ander. Diens verlangens, verleidingen en angst worden aangeraakt en niet zo’n beetje ook. Jij gaat roeren in wat bij hen altijd zorgvuldig bedekt is gebleven. Hun doos van Pandora gaat open; angst en verdriet stromen eruit. Dat kan enorm heftig en pijnlijk zijn. Een oordeel uitspreken is dan vaak de makkelijkste weg. De ander projecteert zijn angst en verdriet op jou in de vorm een oordeel. “Jij bent fout bezig, want je roept mijn pijn op” is dan de onbewuste boodschap. Daarmee is dus hun oordeel het gevolg van hún angst of verdriet, en gaat niét over jou.
“Goh, hoe speelt dit nu voor jou?”
Wetende dat de ander in diens oordeel emoties op jou projecteert, is een probaat middel tegen commentaar de vraag: “Goh, ik zie dat dit je raakt. Hoe speelt dit onderwerp voor jou?”. Deze vraag heeft al vaak mooie gesprekken geopend! Dan blijkt meteen dat dit op één of andere manier óók speelt voor de ander. Misschien is die, of diens partner, of diens ouder zelf ooit vreemdgegaan of verliefd geweest. Misschien is er een onvervuld verlangen of nieuwsgierigheid. Jij voelt je niet meer aangevallen. De ander voelt zich gezien, uitgenodigd om zelf naar binnen te gaan, zich vragen te stellen die misschien nooit gesteld zijn en te gaan vertellen. Het oordeel valt dan weg en maakt plaats om oude pijn te gaan onderzoeken en verzachten.
En de kinderen dan?
Meestal komen oordelen van (schoon-)ouders voort uit bezorgdheid. Die vinden niets belangrijker dan dat het goed gaat met hun kinderen en kleinkinderen. Maken je (schoon-)ouders zich zorgen over jouw geluk, dan kun je ze vaak geruststellen door uit te leggen waarom nonmonogaam leven voor jou belangrijk is en waarom jou dat gelukkiger maakt. Voor je kinderen, hun kleinkinderen, ligt dat subtieler. Tegen het verwijt “Wat doe je je kinderen aan?” is het lastiger om je te verweren. Hierbij heb je gelukkig steun aan het werk van Elisabeth Scheff, een Amerikaanse psycholoog. Haar onderzoek toont aan dat kinderen in polyamoreuze families net zo gezond en gelukkig opgroeien als in traditionele, monogame families. Het blijkt veel belangrijker hoe respectvol en liefdevol ouders met elkaar omgaan, dan hoe de precieze gezinssamenstelling is.
Misschien ben je bang dat je kinderen gepest gaan worden op school. Helemaal uitsluiten kun je natuurlijk niet dat er op het schoolplein opmerkingen over jou en je liefdesleven gemaakt worden. Bedenk dan, dat sowieso alles dat anders is dan ‘normaal’ en alle keuzes die je maakt als ouder, aanleiding kunnen zijn voor commentaar. Dat kan gaan over smartphones, kleren, wel of niet laat naar bed, wel of niet naar een programma kijken. Als ouder heb je de taak om jouw kinderen op te voeden tot zelfstandig denkende wezens, die hun eigen keuzes kunnen maken, soms tegen de stroom in. Met jouw keuzes over jouw liefdesleven en hoe jij daar voor gaat stáán, kun je een voorbeeld voor je kind zijn.
De praktijk leert dat, hoe normaler jij zelf omgaat met jouw liefdesleven, hoe minder jij je laat leiden door oordelen van anderen, hoe vanzelfsprekender en gemakkelijker het is voor je kinderen.
Het waait ook weer over, het wordt vanzelf normaal
Als troost: andersoortige relaties zijn allang gemeengoed geworden. Ooit was scheiden taboe en regende het oordelen als je dat wel deed. Nu gebeurt dat in 40% van de relaties en zijn gemengde gezinnen gemeengoed. Niemand die er nog van opkijkt. Hetzelfde is nu aan het gebeuren met LHBTI gezinnen. Het wordt steeds gewoner dat kinderen twee moeders en een vader hebben, of twee vaders en twee moeders, of een variatie daarop. Mijn eigen inschatting is dat polyamorie nu staat waar de homo-beweging 20-30 jaar geleden stond. De emancipatie is al begonnen. Wat eerst ‘anders’ is, wordt vanzelf ‘normaal’. Nú openlijk nonmonogaam leven bereidt de weg voor anderen, voor wie het later een makkelijker keuze wordt.
Een proeve in autonomie
Tenslotte: het kan helpen om hier nog wat zelfonderzoek op te doen en lering uit te trekken. Welk antwoord vind je als je in de spiegel kijkt? “Wat maakt eigenlijk dat ik het oordeel van een ander hierover zo belangrijk vind?”. Dat gaat vast terug naar oude patronen en pijnen die nu opnieuw worden aangeraakt. Misschien kun je dit aangrijpen om je autonomie verder te versterken. Dat kan nooit kwaad.
Laat een reactie achter