Innerlijke treinen bepalen ons gedrag
We hebben allemaal een ‘innerlijke trein’ die ons gedrag stuurt. Een gebeurtenis van buiten (in dit geval vaak irritant gedrag van je partner) werkt als een trigger voor je onbewuste. Hier onderscheiden we in het onbewuste de schaduwovertuiging, kernbehoefte en kernemotie. Je onbewuste triggert je bewuste emoties, gedachten komen in je hoofd en die sturen weer je gedrag. Jouw gedrag werkt vervolgens weer als een trigger voor je partner, enzovoort.
Gedrag
Je gedrag is wat je doet en zegt, ook wat je juist niet doet en niet zegt. Gedrag is concreet, feitelijk zichtbaar, hoorbaar of voelbaar. Een buitenstaander kan je gedrag objectief waarnemen.
Gedachten
Gedachten zijn wat je denkt. Hier wordt het al meteen persoonlijker en subjectiever. We onderscheiden een paar soorten gedachten:
Interpretaties onze zintuigen leveren ons prikkels van onze omgeving, in dit geval wat je partner feitelijk doet of zegt. Die hebben nog niet vanzelf betekenis. Je hersenen geven je een interpretatie, en dat doen ze meestal heel snel. In heel veel gevallen is dat functioneel en nodig voor ons voortbestaan. Het risico is echter dat die interpretaties subjectief zijn en daarmee niet altijd hoeven te kloppen. Bijvoorbeeld: als je partner fronst, is die dan boos op je? Of denkt die hard na?
Oordelen gaan een stapje verder dan interpretaties. Ze gaan over de waarde die iets voor je heeft. Een oordeel gaat over goed versus fout, of in een mildere variant over fijn versus vervelend, of over nuttig versus niet nuttig. Ook oordelen kunnen heel handig zijn. Ze zijn je (morele) kompas in belangrijke beslissingen. De schaduwkant van oordelen is veroordelen. Als je veroordeelt, neem je afstand en verbreek je de verbinding.
Overwegingen zijn de meer neutrale gedachten, waarmee je probeert te begrijpen wat er gebeurt.
Reactieve emoties
Om wat makkelijker over emoties te praten, helpt het om je te realiseren dat er eigenlijk maar een paar basisemoties zijn. De meeste onderzoekers onderscheiden er vijf: boosheid, verdriet, angst, blijdschap en liefde. Andere onderzoekers voegen er nog twee aan toe: schaamte en walging. Alle andere emoties zijn op een of andere manier terug te leiden tot deze vijf tot zeven.
We delen emoties in in twee lagen: de reactieve, zichtbare emoties en onderliggende kernemoties. Van je reactieve emoties ben je je vaak goed bewust. Gebalde vuisten en felle stem tonen boosheid, verdriet roept tranen op. Het zijn ook de emoties die je bij je partner waarneemt, en waarop jij weer reageert.
Kernemoties
Lang niet altijd zijn de reactieve emoties de werkelijke emoties die je eigenlijk, vaak onbewust, voelt. Dat komt omdat we, vaak als kind, geleerd hebben dat een bepaalde emotie niet oké is. Bijvoorbeeld: “Als je bang bent, dan ben je een mietje”, “jongens huilen niet”, “Meisjes moeten zich gedragen” (wat een taboe op boosheid kan opleveren). We leren zo om onze eerste emotie te onderdrukken en om meer geaccepteerde emoties te laten zien.
Die eerste emoties worden kernemoties genoemd. Zo kan onder heel veel boosheid (reactieve emotie) over gedrag van je partner (bijvoorbeeld over contact met iemand anders) de angst schuil gaan (kernemotie) dat je partner je niet meer leuk vindt of het verdriet over een eerder verlies. Het kan ook zijn dat een kernemotie niet de respons gaf die je nodig had (bijvoorbeeld huilen van verdriet) en dat je daarom heb geleerd om om te schakelen naar het tonen van een emotie (bijvoorbeeld stampvoeten van boosheid) om toch de aandacht te krijgen die je wilde.
Je kunt het verschil tussen een reactieve of kernemotie bij iemand anders vaak goed aanvoelen. Een reactieve emotie voelt vaak niet kloppend bij de situatie, kan misplaatst of overdreven klinken. De kernemotie voelt oprecht en authentiek.. Je kunt je er veel gemakkelijker in inleven.
Hoewel kernemoties verborgen blijven, zijn ze veel belangrijker voor je uiteindelijke gedrag dan je reactieve emoties. Als je je alleen richt op de reactieve emotie van je partner, mis je de kernemotie en sluit je reactie vaak niet aan bij wat je partner nodig heeft. Dat voedt de lemniscaat en raak je weer uit van elkaar. Aandacht voor juist die kernemoties, bij jezelf en bij je partner, brengt je bij elkaar en verdiept jullie verbinding.
Kernbehoefte
Onder de kernemotie ligt een nog diepere laag: de kernbehoefte. Waaraan heb je eigenlijk écht, ten diepste behoefte? Wat heb je écht nodig van je partner om je gezien te voelen, dat je weet dat je partner er voor je is, dat je voelt dat je er toe doet.
Binnen EFT worden de volgende kernbehoeften herkend, maar voel je vrij er je eigen formulering aan te geven:
- Te worden geaccepteerd zoals ik ben.
- Dat ik me dichtbij je voel.
- Dat ik me waardevol voel.
- Dat ik weet dat ik belangrijk voor je ben.
- Dat ik me door jou bemind voel.
- Dat ik het gevoel heb dat ik iets positiefs aan je leven bijdraag.
- Dat ik word gezien in wat ik (voor jou) doe.
- Dat ik weet dat je voor me klaarstaat.
- Dat ik bij je terecht kan als ik het moeilijk heb.
- Dat ik me veilig voel.
- Dat je me liefkoost en vasthoudt.
Schaduwovertuiging
Op de diepste laag komen we aan in de donkere krochten van onze ziel. Hier huizen onze schaduwovertuigingen. Dat zijn de duistere, negatieve gedachten over onszelf. Het is de brandstof voor onze interne criticus, het stemmetje dat op de moeilijkste moment onszelf naar beneden praat. Het lijst van schaduwovertuigingen is vrij kort en universeel. Iedereen kent wel één of meer hiervan:
- Ik ben niet goed genoeg
- Ik mag niet zijn zoals ik ben
- Mijn behoeften tellen niet, zijn niet belangrijk
- Ik tel niet mee, niemand houdt rekening met mij
- Ik ben niet welkom, ik hoor er niet bij
- Ik kan op niemand vertrouwen, ik sta er alleen voor
- Ik kan mijn eigen waarneming niet vertrouwen (weet niet wanneer het veilig is)
- Ik word fundamenteel niet gezien en begrepen
- Ik mag niet bestaan
- Ik ben waardeloos
We vormen onze schaduwovertuigingen meestal in onze vroegste jeugd. Daar was vaak een begrijpelijke reden voor, door de relatie met je ouders, de omstandigheden of belangrijke gebeurtenissen. Nu, als volwassene, zijn de omstandigheden heel anders, maar je schaduwovertuiging blijf je diep van binnen met je mee dragen. Die gaat dus niet meer weg, maar we kunnen wel kiezen hoe we ermee omgaan.
Je kunt je schaduwovertuiging ook verbeelden als het gekwetste kind in je. Als je geraakt wordt in je schaduwovertuiging word je vaak onbewust teruggeplaatst in een oude situatie die je als kind als heel pijnlijk of kwetsend hebt ervaren of waarin je je machteloos gevoeld hebt. Je hebt dan onbewust de aandrang om vanuit dat kinddeel te reageren of juist erg op te komen voor dat gekwetste kind. Door de jaren heen heb je natuurlijk andere reacties aangeleerd, maar op het moment dat je je écht kwetsbaar voelt, dan grijp je gauw intuïtief terug op wat je als kind ervaren en geleerd hebt.
Dit filmpje van Norwegian Institute for Psychological Counseling vertelt op een nog een iets andere manier wat de rol emoties is.