• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud

Liefde buiten de Lijntjes

Relatietherapie voor polyamorie en open relaties

Liefde buiten de Lijntjes - relatietherapie voor relaties die niet in een hokje passen

  • Home
  • Coaching
    • Coachgesprekken
    • Tarieven
    • Locaties
    • Online zelfhulp
    • Cursusdagen
    • Vragenlijsten
  • Zelfhulp
    • Veelgestelde vragen
    • Tips
    • Zelfhulpartikelen
    • Opinie & blogs
    • Boeken
    • Oefeningen
  • Activiteiten
  • Afspraakplanner
  • Over ons
    • Team
    • Onze visie op relaties
    • Testimonials
    • Social Enterprise
    • Spelregels & Privacy
    • Partners
  • English
  • Contact
    • Contactgegevens
    • Ontvang onze Liefdesbrief

zelfhulpinfo

Hoe versterken we veiligheid en vertrouwen in onze relatie?

Joost Horsten, 26 september 2020 Reageer

Zeker de helft van de koppels in onze praktijk verzuchten bij binnenkomst dat “het vertrouwen beschadigd is” of “de veiligheid verdwenen is”. Herstel van vertrouwen en het leggen van een nieuwe basis van veiligheid is daarom vaak één van de eerste zaken die we aanpakken. Dan blijkt dat partners vaak heel verschillende beelden hebben bij wat vertrouwen eigenlijk is en wat voorwaarden voor een gevoel van veiligheid zijn. Voor de één gaat vertrouwen over ‘niet liegen’, voor de ander om ‘vertrouwen in de toekomst’. Veiligheid kan gaan om ‘voorspelbaarheid’, ‘kunnen leunen’ of over ‘gezien worden’. Vertrouwen en veiligheid blijken heel persoonlijke ervaringen.

Eerst kijken we nog even verder naar het woord ‘vertrouwen’. Want wat vertrouwen voor de één is, is dat lang niet altijd voor de ander. De eerste stap is daarom uitzoeken wat er precies schort aan het vertrouwen en wat ieder er voor nodig heeft om dat te herstellen. Bij discussies over een begrip kijk ik altijd eerst even wat van Dale erover zegt.

vertrouwen

  1. met zekerheid hopen
  2. geloof in iemands goede trouw en eerlijkheid

van Dale

Het gaat dus over twee heel verschillende dingen: hoop en eerlijkheid. Ik herken dat uit de praktijk. En dan is er ook nog het verschil tussen vertrouwen in de ander, in de relatie en in jezelf.

De betekenis van het woord ‘veilig’ is een stuk eenduidiger:

veilig

  1. zonder gevaar, zonder risico
  2. beschermd tegen gevaar

van Dale

Wat het in de praktijk van een nonmonogame relatie betekent, is echter een stuk onduidelijker. Immers, de exclusiviteit van seks en liefde verdwijnt en je bent er misschien ook niet zeker van of je wel op ‘nummer 1’ blijft staan voor je partner. En laten dat nou net klassieke pilaren van de veiligheid van een monogame relatie zijn. Dus wat is ‘veiligheid’ in een niet-exclusieve, nonmonogame relatie dan?

Bij het schrijven van dit artikel realiseerde ik me verder dat het nog genuanceerder is en dat er ook de dimensie doorheen loopt van hoofd, hart en handelen:

  • hoofd: dat wat wat je denkt, wilt, weet en zegt
  • hart: dat wat je voelt en ervaart
  • handelen: dat wat je doet, wat er daadwerkelijk gebeurt

Dat levert bij elkaar een behoorlijk aantal verschillende vensters op vertrouwen en veiligheid op. Op basis van wat we zelf zien in onze praktijk en het werk van Jessica Fern herkennen we de volgende bouwstenen voor veiligheid en vertrouwen in nonmonogame relaties.

Aanwezig zijn

De basis van elke relatie is ‘er zijn’, fysiek en emotioneel, werkelijke aandacht voor elkaar hebben. In nonmonogame relaties splits je je aanwezigheid nog meer op dan in monogame (waarin werk vaak ook veel aanwezigheid afsnoept). Dus aanwezigheid vraagt extra aandacht. Hoe vaak ben je bij elkaar? Is dat genoeg? Als je bij elkaar bent, in hoeverre heb je dan ook werkelijk aandacht voor elkaar? De telefoon blijkt een flinke aandachtsvreter te zijn, net als kinderen.

Laten zien dat je blij bent met elkaar

Hoe vaak ben je simpelweg blij met elkaar? Hoe vaak vertel je dat elkaar? Hoe laat je dat zien? Hoe vaak verras je elkaar?

Elkaar zien en gezien worden in pijn, gemis en verlangen

Heb je het gevoel dat je mag zijn wie je bent? Dat jouw verdriet en angst serieus genomen worden? Ziet jouw partner jouw emoties? Respecteert je partner jouw grenzen? En heb je het gevoel dat jouw verlangen serieus genomen wordt? Ervaar je daar de ruimte voor? Kun je gevoelens uiten zonder dat je je veroordeeld voelt? Hoe serieus neem jij zelf de gevoelens van je partner? In hoeverre kun je die zien zonder oordeel?

Gezamenlijke doelen, waarden en prioriteiten hebben

In hoeverre heb je (nog steeds) een gezamenlijk beeld van de doelen en de invulling van je relatie? Hoe was dat in het begin? Welke doelen, waarden en prioriteiten deelde je toen met elkaar? En welke niet? Hoe is dat veranderd in de loop der tijd? Wellicht is er meer behoefte gekomen aan ruimte buiten de relatie. Wat is nu je toekomstbeeld voor de relatie zelf? Deel je nog steeds genoeg doelen met elkaar? Welke dan precies? Hoe zou je nieuwe lagen, perspectief en energie in je bestaande relatie kunnen creëren?

Ervaren dat jullie beiden daadwerkelijk investeren in de relatie

Gaat alle energie naar buiten of investeer je ook in je bestaande relatie? Krijgt avontuur en passie daarin genoeg aandacht? Wat pakken jullie samen aan nieuwe dingen op? Wat zou je willen dat je partner in de praktijk voor de relatie doet? Wat heb je nodig aan concrete, tastbare daden en bewijs? Maak je dat voldoende en op een effectieve manier duidelijk? Doet hij/zij dat ook? En jij zelf, wat doe jij?

Heldere afspraken maken in plaats van impliciete verwachtingen

Is het eigenlijk wel duidelijk wat je precies met elkaar hebt afgesproken? Rond (non)monogamie blijft in het begin van een relatie vaak veel onbesproken, soms uit onwetendheid, soms omdat het daarover lastig communiceren is (zie volgende punt). We nemen vaak maar aan dat onze partner zich zal houden aan wat ‘algemeen geaccepteerd is’, wat dat dan ook moge zijn. Als partners besluiten om te gaan experimenteren met polyamorie of een open relatie, gaat het regelmatig mis door naïviteit of over-enthousiasme: “Ga het maar eens uitzoeken, schat.” Wat ‘het’ dan precies is en waar eventuele grenzen liggen, blijft vaak te vaag. Opeens lijkt je partner dan emotioneel met de noorderzon vertrokken en blijf je achter met een geknakt vertrouwen. Dus: wat verwacht je van elkaar, van jezelf? Wat zijn grenzen die om respect vragen?

Doen wat je belooft

Dit is een inkoppertje natuurlijk. Als je wat afspreekt met elkaar, over communiceren, over grenzen, over investeren in de eigen relatie, of wat dan ook, zorg dat je je daaraan houdt. In het geval dat je aan ziet komen dat dat niet gaat lukken, bespreek dat meteen. Niets is fnuikender voor vertrouwen dan gebroken beloften. Maak daarom liever minder vergaande afspraken die je wél kunt en wilt houden dan grote beloften die je moeilijk waar zult kunnen maken.

Open en eerlijk communiceren, juist als het moeilijk is

Open en eerlijk zijn is simpel als het gaat om onschuldige zaken; hoe het op het werk was of wat we vanavond eten. Het wordt lastiger als het pijn gaat doen, bij jezelf, of bij je partner. Je probeert jezelf en je partner te beschermen door een confrontatie te vermijden. Op zichzelf lovenswaardig, en gemakkelijk op de korte termijn, maar juist extra pijnlijk als iets wat verzwegen of verdraaid is, later tóch in de volle naaktheid op tafel komt. Ook als het verborgen blijft, voelen partners vaak dat er iets niet klopt. Dan nestelt zich wantrouwen in plaats van vertrouwen. Openheid en eerlijkheid, over feiten, intenties en gevoelens, juíst als het moeilijk is, is een hoeksteen van vertrouwen in elkaar.

Hoe vér die openheid moet gaan is persoonlijk en om samen te bepalen. Ieder blijft recht hebben op privacy. In hoeverre zit de ander te wachten op details? Niet altijd hoeft alles in het grootst mogelijke detail uit de doeken gedaan te worden. Aan de andere kant mag ‘de ander beschermen door niet te informeren’ geen excuus zijn om je achter te verschuilen.  Het is van belang om met elkaar te bespreken welke zaken je wél en niét met elkaar deelt. Wijsheid en overleg zijn op hun plaats.

Samengevat

Zoek voor jezelf uit wat ‘vertrouwen’ voor jóu betekent en neem niet voetstoots aan dat je partner dit ook zo ziet. Ga samen het gesprek aan en breng in de praktijk wat nodig is. Ben realistisch over het tempo: vertrouwen gaat immers te paard en komt slechts te voet. Versterken van het vertrouwen heeft tijd nodig. Gun die jezelf en je partner.

Filed Under: zelfhulpinfo  Tagged: afspraken, communicatie, eerlijkheid, respect, veiligheid, vertrouwen, verwachtingen

Hang ook thuis de slingers op!

Joost Horsten, 6 juli 2020 Reageer

Vlinders roeren zich in je buik, nieuwe ontmoetingen knetteren, hormonen gieren door je lijf. Zeker als je al lang bij elkaar bent, is de eerste fase van een nieuwe ontmoeting een groot, spannend avontuur. Opnieuw met vrijersvoeten op datingpad. Jezelf tegenkomen en opnieuw ontdekken. Een bonk nieuwe energie komt vrij, je voelt je jaren jonger. De Amerikaanse polyamorie-gemeenschap heeft er een term voor bedacht: NRE, New Relationship Energy.

Wat is het verleidelijk om al je tijd en energie te steken in een nieuwe relatie!

Maar wat gebeurt er in de relatie(s) die je al hebt? Als je niet uitkijkt: niks. Of erger, die kunnen er onder gaan lijden. De kans is groot dat jaloezie tenminste één van haar vele groene koppen laat zien. Zeker als je net je relatie opent, is je eerste partner er misschien niet gerust op dat je niet met de noorderzon vertrekt. Sowieso herschikken de prioriteiten zich en zal een deel van je energie, tijd en aandacht buiten de bestaande relatie(s) gericht zijn. Mogelijk komen die ook (tijdelijk?) op het tweede plan, bewust of onbewust. Zeker als de ongelijkheid groot is, als de ene partner veel nieuwe energie ervaart en de ander alleen pijn, zet dat veel spanning op de relatie. Energie bij de één, frustratie of onzekerheid bij de ander. Een korte tijd is dat bijna onvermijdelijk maar oplosbaar. Als het lang duurt kan het de bestaande relatie uithollen.

“Ik gun mijn partner best ruimte, maar nu is het feest buiten de deur en zit ik met de vuile sokken.”

Een gezin met kinderen managen of samen in dezelfde zaak werken, versterkt dit proces. Immers, er was tóch al heel weinig ‘quality time’ voor elkaar. Misschien kwam het verlangen naar een andere relatie ook juist hieruit voort. Het is immers niet eenvoudig om passie langdurig te verenigen met stabiliteit en veiligheid. De ‘achterblijvende’ partner, die wellicht ook verlangt naar meer passie, ziet met lede ogen aan dat de partner elders haalt wat ook zelf gemist wordt in de relatie.

Als beide partners zich tegelijkertijd op vrijersvoeten begeven en zich in de NRE wentelen is de spanning op de relatie vaak een stuk minder. Sterker, het schept een nieuwe band die juist erg stimuleert. Je onderlinge seksleven kan een enorme injectie krijgen. Toch bestaat ook hier een risico op uithollen. Voor je het weet is je belangrijkste onderlinge gespreksonderwerp dat wat je buíten de relatie doet. De mond loopt immers over van waar het hart vol van is. Dat wat je samen hebt, kan ook dan ondergesneeuwd raken.

Tenminste: tijd en aandacht voor elkaar

De eerste remedie is eigenlijk heel simpel maar wordt regelmatig vergeten. Investeer samen bewust tijd, energie en aandacht aan je eigen relatie, aan elkaar. Blijf de tijd voor elkaar nemen. En heb in die tijd werkelijke aandacht voor elkaar. Spreek bijvoorbeeld één avond in de week af waarin je samen (zonder kinderen, zonder anderen) iets doet wat fijn is. Wát je doet maakt niet uit, zolang je het maar allebei leuk vindt en je er werkelijk consequent de tijd voor blijft maken. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Op de lange termijn blijft zo ook je bestaande relatie zich ontwikkelen. Op de korte termijn ervaren beide partners dat ze voor elkaar ook nog steeds de moeite waard zijn. Jaloezie gedijt dan een stuk slechter.

En ook: ga ook samen weer het avontuur aan, en breng daarmee nieuwe passie

De bekende relatietherapeut Esther Perel beschrijft in haar boek Erotische intelligentie heel precies hoe over tijd de passie uit een relatie kan verdwijnen. Stabiliteit en veiligheid blijven, maar het avontuur en de vurige seks verminderen. Een nieuwe partner steekt dat vuurtje weer aan. Daar hoeft niks mis mee te zijn. Als jij in jullie relatie degene bent met een nieuwe partner is dat heerlijk! Je hebt opeens alles: veiligheid en stabiliteit bij de ene partner, passie bij de andere. Voor je bestaande partner kan het gelag echter hard zijn. Ook dié verlangt vaak terug naar het vuur van vroeger en ziet jou met lede ogen met de erotische noorderzon vertrekken. Geruststellingen als “Jij blijft altijd mijn veilige thuishaven” of iets van die strekking helpen niet. Sterker: het kan averechts werken. Want hoe zou het voelen om te verworden tot een veilige, warme bank waar het vooral goed uitrusten is, terwijl de leuke en spannende dingen in een ander bed gebeuren?

Het oprakelen van passie gaat niet vanzelf. Dat komt omdat passie avontuur vraagt. En omdat avontuur komt met verandering en (een zekere mate van) risico en gevaar, gaat avontuur moeilijk samen met de veiligheid en stabiliteit die een gezin met kinderen vraagt. Toch is terugbrengen van avontuur, en daarmee het aangaan van (een vorm van) risico, onzekerheid en gevaar, nodig om de Eros, de passie, de levenslust weer aan te steken. Het hoeft niet per se heel spectaculair te zijn. Het kan al mooi zijn als je samen iets nieuws op gaat pakken, of iets terughaalt wat je vroeger deed maar dat in het slop is geraakt; wandelen, sporten, theater. Het mag natuurlijk intiemer: masseren, tantra, erotische fantasieën delen of zelfs seksuele avonturen samen gaan beleven.

Wat je doet, maakt dus niet uit, zolang het maar voor jullie allebei werkt, dat jullie allebei blijvende nieuwe sprankjes energie krijgen van elkaar.

Hang ook thuis de slingers op!

Filed Under: zelfhulpinfo  

Waarom zou je eigenlijk nonmonogaam leven?

Joost Horsten, 22 juni 2020 Reageer

Wij zijn natuurlijk voorvechters van de vrijheid om polyamoreus of anderszins nonmonogaam te kunnen leven. Maar laten we wel wezen: zo’n levensstijl is niet altijd makkelijk en je kunt nogal wat weerstand en onbegrip tegenkomen. Dus waarom zou je je dat gedoe op de hals halen?

In dit artikel geven we een kort overzicht van de onderliggende drijfveren die we in de praktijk en in de literatuur tegenkomen. We trekken de motieven bewust uit elkaar. In de praktijk zien we allerlei combinaties. Hier en daar plaatsen we ook wat kritische kanttekeningen. Over dit onderwerp valt veel meer te zeggen dan we hier doen. Dit is een eerste inleiding. We hopen er later in veel meer detail op terug te komen.

Geaardheid – liefde stroomt vanzelf

Sommigen ervaren polyamorie of nonmonogamie als een geaardheid, iets dat ze altijd zijn geweest. In hun jeugd waren ze al verliefd op meer dan één vriendje of vriendinnetje tegelijk. Liefde stroomt als vanzelf en het voelt vreemd en tegennatuurlijk om dat te beperken.

Overtuiging – monogamie als een culturele beperking

Evolutionair en historisch gezien valt er best wat af te dingen op de natuurlijkheid van monogamie. Een gangbare theorie is dat monogamie is ontstaan vanuit de behoefte om bezit en macht te controleren (zie dit boek). Millennia lang hebben seks, liefde en huwelijk ook weinig met elkaar te maken gehad. Het ideaal van de ‘ene ware liefde voor het leven’ ontstond pas in de Romantiek en is al na WOII op de helling gegaan. Seriële nonmonogamie is sinds die tijd de norm. De overtuiging dat ook ‘parallelle nonmonogamie’ een prima optie is, krijgt steeds meer voet aan de grond.

Verliefd op nog iemand

Je bent gelukkig in je relatie en toch word je verliefd op een ander. Het monogame standaardbeeld wil dat je dan ‘natuurlijk’ niet meer van je partner houdt, maar voor jou voelt dat niet zo. Je houdt nog steeds evenveel van je eerste partner én voelt dat de liefde voor de tweede erbij kan komen, zónder dat dat afbreuk doet aan het gevoel voor je eerste partner.. Je behoefte is niet meteen een nonmonogame levensstijl in brede zin maar het gaat jou om deze ene persoon. Je wilt graag onderzoeken of er ruimte kan zijn voor deze nieuwe liefde, naast je oude.

Complementariteit – je hoeft niet alles bij één partner te vinden

Voor geen enkel stel partners is het mogelijk elkaars wensen en behoeften helemaal te vervullen. Behoeftes kunnen gewoon verschillen of het lukt niet om die in te vullen. Dat hoeft niet erg te zijn, maar het kan wel betekenen dat je je behoeftes moet onderdrukken. Dat kan gaan over seksuele behoeftes. De één kan een groter libido hebben dan de ander. Soms is er een lichamelijke beperking. Soms heeft een partner een seksuele behoefte waaraan de andere partner niet kan of wil voldoen, zoals BDSM of biseksualiteit. Het kan ook gaan over heel andere dingen: dromen of avonturen die lonken waar de ene partner niet naar taalt, maar waar de andere juist enthousiast van wordt. Verschillende kanten van jezelf kunnen zich ontplooien met verschillende partners.

De beste versie van jezelf kunnen zijn – van schaarste naar rijkdom

Het denken in complementariteit van partners heeft nog een ander effect. Als jij je beperkt voelt door je partner, bestaat het risico dat je je partner daar (vaak onbewust) de schuld van gaat geven. Je kunt dan vooral diens tekortkomingen gaan zien en niet meer diens kwaliteiten. Als je elkaar de ruimte gunt om in andere verbindingen andere facetten van jezelf te ontplooien, dan ontstaat er ook meer ruimte in je relatie en kun je anders naar je partner gaan kijken. De focus op wat er niet is valt weg en wat er wel is komt weer in beeld. Je partner is dan ineens weer volmaakt zoals die is. En omgekeerd, jij kunt opeens ook weer jezelf zijn. Want ook jij kunt natuurlijk niet alles voor jouw partner betekenen. Zo kan er veel meer rust en ruimte komen en zie je in plaats van de schaarste weer de rijkdom van je relatie. Ieder is dan de beste versie van zichzelf.

Op de lange duur zijn veiligheid en passie moeilijk te combineren in één relatie

Velen in een lange relatie herkennen dat geleidelijk de passie vermindert. Als het met de stabiliteit, warmte, betrouwbaarheid en toewijding wel snor zit, leidt dit tot veiligheid en voorspelbaarheid in de relatie. Dit staat weer op gespannen voet met het avontuur en verrassing die het vuur van de passie nodig heeft om te kunnen branden. Partners kunnen hierin ook uit elkaar groeien. De één gedijt goed in een warme, veilige omgeving, terwijl de andere de dynamiek van de passie meer nodig heeft. Zélfs als partners dezelfde behoefte aan passie hebben, kan tóch de voorspelbare bedding van de relatie die passie smoren. Natuurlijk is het in dat geval goed mogelijk om binnen de relatie het vuur brandend te houden; avontuur daarbuiten kan goed helpen. Esther Perel schreef een uitstekend boek hierover.

Op zoek naar jezelf

Verbinden betekent afstemmen. Er ontstaat een ‘wij’. Je investeert een stuk van jezelf in de relatie. Dat kan zover gaan dat het ‘zelf’, je identiteit, uit zicht raakt. Je verliest je dan in de relatie. Op enig moment kan de behoefte aan je eigen identiteit weer de kop opsteken. De midlife crisis is er een roemrucht voorbeeld van. Misschien wil je op zoek naar je verloren zelf, naar wie je was vóór je relatie. Misschien wil je op zoek naar een nieuwe identiteit, wil je onderzoeken wie je nog meer bent. Misschien wil je een niet-geleid leven uitzoeken; misschien heb je ooit een keuze gemaakt waarvan je je afvraagt hoe je leven anders zou zijn gelopen; misschien kruist een oude, onbeantwoorde liefde je pad.

Deze zoektocht naar jezelf kan helemaal losstaan van je relatie. Die kan helemaal prima zijn, en tóch kun je jezelf daarin kwijt geraakt zijn.

Bindingsangst

Een andere drijfveer is bindingsangst: je wilt je eigenlijk wel verbinden, maar als puntje bij paaltje komt schrik je er toch voor terug. Bindingsangst gaat meestal samen met verlatingsangst. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Mensen met verlatingsangst vallen vaak voor partners met bindingsangst en omgekeerd. Beiden kennen dezelfde dynamiek van aantrekken en afstoten. Die dynamiek vindt zijn oorsprong in een onveilige hechting in je jeugd. Je voelde je ofwel verlaten ofwel verstrikt door je ouders, of allebei. Non monogamie kan een poging zijn om uit de eeuwige dans van aantrekken en afstoten te ontsnappen en te ‘verbinden op armlengte afstand’. Soms werkt dat. Als je de onderliggende problematiek niet aanpakt loop je wel het risico dat die dans toch blijft bestaan en dat ook je polyamore of nonmonogame relaties van beperkte duur blijven. Of je dat erg vindt, is vers twee.

Autonomie voorop – geen behoefte aan een vaste relatie

De vorige punten namen voetstoots aan dat een min of meer vaste relatie iets is waar je behoefte aan hebt. Maar misschien heb je dat helemaal niet. Misschien heb je een sterk ontwikkelde autonomie, kun je het leven uitstekend in je eentje aan en bevalt je dat prima. Vanuit die autonomie kan het nog steeds heel fijn zijn om je te verbinden, zij het op een open, vrije manier. Misschien dat je het fijn vindt om daarin zelfs meerdere partners toe te laten. Misschien heb je zelf niet die behoefte, maar gun je het je partner best.

Spiritualiteit en liefde

Sommigen ervaren dat liefde, verbinding en spiritualiteit zo sterk vervlochten zijn dat het daardoor vanzelfsprekend is dat liefde en seksualiteit niet beperkt zijn tot één persoon. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel Tantra-beoefenaars. Anderen ervaren de verbinding met een tweelingziel, een zeer diepe liefde voor iemand anders dan de vaste partner.

Een combinatie van het bovenstaande

Zoals ik in het begin van dit artikel al zei: we hebben de verschillende drijfveren hier zoveel mogelijk uit elkaar gerafeld. Dat geeft je wellicht het beste zicht op hoe het bij jou of je partner werkt. Verschillende drijfveren leiden immers tot verschillende invullingen en verschillende uitdagingen. In de praktijk zien we vaak combinaties. We hopen dat een goed begrip van je onderliggende patronen helpt om je relatieleven zo vervullend mogelijk te realiseren.

Filed Under: zelfhulpinfo  

Laat jij je meeslepen door je verlangen?

Joost Horsten, 19 juni 2020 Reageer

Wat is het toch heerlijk om opnieuw verliefd te zijn! Vlinders, kriebels, hormonen, de wereld leeft en lacht je toe! Je wilt niets liever dan je  helemaal in je verlangen te storten en je daardoor mee te laten slepen. Soms kan dat, en soms kan dat niet zomaar. Want misschien heb je al een partner en vindt die het lastig dat jouw verlangen opeens ergens anders naar toe stroomt. Zelfs als die je de ruimte wil geven zal hij of zij er waarschijnlijk op z’n minst even aan moeten wennen. Je wilt je partner niet verliezen en dus zet je hoofd je hart tandenknarsend op de handrem. Opeens kan dat heerlijke gevoel van verliefdheid enorm lastig worden.

Hoe ga je daar mee om?

Ik zou daar een heel artikel over kunnen schrijven, maar eigenlijk heb ik dat in zekere zin al gedaan, ook al lijkt het in eerste instantie over iets heel anders te gaan. Dit artikel over lastige emoties en jaloezie gaat vooral over angst, boosheid en verdriet, emoties die we als vervelend en ‘negatief’ ervaren. De hoofdboodschap ervan is dat je je gemoed tot bedaren kunt brengen door je niet te laten meeslepen en ook niet alles weg te drukken, maar je lastige emoties te accepteren, zonder dat je er meteen naar hoeft te handelen. Het accepteren gebeurt door je emoties los te zien van jezelf en je er niet mee te identificeren. Zo kun je in plaats van “ik ben verliefd” zeggen “ik voel verlangen”. Dat lijkt misschien taalkundig geneuzel, maar het kan je helpen om je emoties neutraal te observeren, waar te nemen. Dan kun je vervolgens veel meer vanuit autonomie en innerlijke kracht handelen dan een willoos slachtoffer van je verliefdheid zijn.

Hoe neutraler je naar emoties kunt kijken, hoe kleiner het verschil tussen ‘fijne’ en ‘vervelende’ emoties wordt. Van allebei kun je een heleboel leren. Lees het artikel over lastige emoties eens door en vul dan in plaats van ‘angst’, ‘boosheid, ‘verdriet’ of ‘jaloezie’ eens ‘verliefdheid’, ‘verlangen’ of ‘gemis’ in. Laat in een reactie hieronder eens weten in hoeverre dit voor jou werkt.

Filed Under: concept, zelfhulpinfo  Tagged: emoties, verliefdheid

Lastige emoties en toch ontspannen

Joost Horsten, 19 juni 2020 Reageer

“Ik probeer mijn partner echt de ruimte te maken voor anderen, maar mijn jaloezie blijft de kop opsteken.” “Ik wil zo graag iets doen met mijn verliefdheid op mijn collega. We praten er wel over maar mijn partner blijft steeds op de rem staan.” Op papier kan polyamorie of een open relatie een goed idee lijken. Misschien heb je zelfs zelf het initiatief genomen. Je hebt er goed met je partner over gesproken, je vindt dat dat moet kunnen en je hebt de hoop en het vertrouwen dat dat gaat werken. De barre praktijk is toch vaak anders. Lastige emoties in allerlei vormen blijven je overspoelen: jaloezie op de nieuwe partner van je partner, een verlangen dat niet vervuld mag worden, frustratie dat het maar niet opschiet Je blijkt niet immuun voor verdriet, angst en boosheid. Hoe kun je in die vloedgolf toch ontspannen? Daar hebben we wat handvatten voor, maar eerst bekijken we wat er gebeurt als emoties zo bezit van je nemen.

Wegduwen

Als een vervelende emotie zoals angst of verdriet zich aandient is de eerste, instinctieve reactie vaak: wegduwen. “Dit wil ik niet!” Het gevoel wegduwen kun je op verschillende manieren doen; gaan vechten tegen de aanleiding, bijvoorbeeld door je partner steeds de schuld te geven (‘fight’), weglopen uit de situatie (‘flight’) of ontkennen en diep wegstoppen (‘freeze’). Het kan ook zijn dat je aan jezelf de hoge eis stelt dat je die lastige emoties niet ‘hoort’ te hebben. Misschien ga je daardoor twijfelen of je non monogamie wel aankunt, of je daar wel geschikt voor bent. In therapeutische termen heet deze strategie van wegduwen vaak ‘splitsing’ of ‘dissociatie’. Je roept inwendig heel hard: “Dit gevoel is niet van mij!”. Dat kan soms werken op korte termijn, maar de situatie verandert er meestal niet door en de emotie klopt iedere keer weer aan je deur. Zo kun je boosheid vaak best een tijdje inslikken, maar die stapelt dan op en komt op enig moment met een grote knal tot ontploffing. Doodvermoeiend en het lost niets op.

Versmelten

De tegenovergestelde reactie is dat je je juist helemaal laat meenemen door je emotie. Immers, een veelgehoorde uitspraak over emoties is dat ze ‘er mogen zijn’. Dat klopt wel, en daarover straks meer, maar dat betekent niet dat ze meteen bezit van je hoeven nemen. Als je ondergedompeld blijft in je angst of verdriet, is er geen lichtpuntje meer te zien en lijkt er geen uitgang. Alsmaar boos zijn op je partner helpt je niet verder. Therapeuten noemen deze reactie ‘versmelting’, ‘fusie’ of ‘associatie’: je versmelt met je emotie. Je blijft er in rond draaien. Je emotie is een onlosmakelijk deel van je geworden. Je bént je emotie geworden.

Wegduwen én versmelten

Versmelting en splitsing kunnen ook tegelijk optreden. Als je versmelt met de ene reactie,  splits je bijna onvermijdelijk af  van een andere. Bijvoorbeeld: als je steeds boos bent op je partner en die steeds de schuld geeft, ontken je daarmee misschien je eigen angst dat die je kan verlaten. Je boosheid is dan je zichtbare emotie, wat een maskering is van je primaire, onderliggende emotie angst. Het werkt ook omgekeerd: als je de ene emotie wegduwt, is de onbewuste tegenreactie dat je jezelf in de armen van de andere duwt. Neem het voorbeeld dat je partner non monogaam wil leven en jij bang bent dat dat het einde van je relatie gaat betekenen. Als je je geforceerd over die angst heen zet (splitsing), bijvoorbeeld omdat je je partner dit echt gunt, loop je het risico dat je jezelf gaat identificeren met het verdriet van slachtofferschap.

Het kan ook zijn dat je de lat voor jezelf te hoog legt. Je probeert je over je onzekerheid heen te zetten, je ervaart dat dat niet lukt; dat ga je jezelf verwijten en met dát verdriet over je falen identificeer je je weer. Dan zit je in een dubbele houdgreep van je emoties.

Onmiddellijk handelen

Splitsing en versmelting roepen vaak op tot onmiddellijk handelen. De oorzaak moet weg! Het lastige gevoel moet weg! Of de aandrang moet juist onmiddellijk en onvoorwaardelijk gevolgd worden! Of dat op de langere termijn het meest effectief is, is natuurlijk de vraag. Je reacties zijn instinctief, zwart-wit en geven weinig ruimte tot vrije keuze. Je bent slaaf van je emoties geworden.

Accepteren

Een ‘negatieve’ emotie wegduwen is dus niet helpend en hem omarmen ook niet. Wat dan? De kunst is om een emotie wél toe te laten, te ervaren, maar je er niet mee te vereenzelvigen. Simpel gezegd: je emotie ís er wel degelijk, je bént niet die emotie maar je erváárt die emotie. Of nog simpeler, het gaat om het verschil tussen ‘ik ben bang’ en ik voel angst’. Dat lijkt een woordspelletje, maar dat is het niet. Bij ‘ik ben bang’ ben je versmolten met je angst. ‘Ik voel angst’ maakt van jou en je angst twee verschillende objecten. Er is licht gekomen tussen jou en je angst. Je accepteert de angst als een bezoeker. Die bezoeker komt, maar kan ook weer weggaan. En ondertussen heeft die je misschien wat te vertellen. Rumi drukt dit prachtig uit in zijn klassieke gedicht “de Herberg.”

De Herberg

Dit mens-zijn is een soort herberg
Elke ochtend weer nieuw bezoek.
Een vreugde, een depressie, een benauwdheid,
een flits van inzicht komt
als een onverwachte gast.
Verwelkom ze; ontvang ze allemaal gastvrij
zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat.
Behandel dan toch elke gast met eerbied.
Misschien komt hij de boel ontruimen
om plaats te maken voor extase…….
De donkere gedachte, schaamte, het venijn,
ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns
en vraag ze om erbij te komen zitten.
Wees blij met iedereen die langskomt
de hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd
om jou als raadgever te dienen.

Rumi

Van accepteren naar aannemen

Het binnenlaten van de emotie is al een belangrijke stap. Het gastvrij verwelkomen vraagt nog meer. Het is een verandering van perspectief, van een ‘negatieve’ emotie naar een ‘lastige’ emotie en vaak ‘begrijpelijke’ emotie. Je duwt de emotie niet langer weg, je gaat er niet in zwelgen, maar je neemt hem neutraal waar. Je voelt dat die er is, maar je doet even niets. Vervolgens verschuift je waarnemen geleidelijk naar waar-nemen: je neemt aan wat er is (wat ‘waar is’), zonder oordeel, zonder er (op dat moment) iets mee te moeten. In het aannemen en het waar-nemen ontstaat ruimte, voor rust, voor een vrije autonome keuze.

Mooi gezegd, maar hoe doe je dat dan?

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het gewoon érg moeilijk is, voor normale stervelingen onmogelijk, om dit werkelijk altijd en overal te bereiken. De diepe acceptatie van wat er is aan lastige emoties is een kunst die levenslang werk vraagt. Dus de ‘negatieve emotie’ van zelfverwijt dat het niet altijd lukt, is in elk geval niet nodig…. Gelukkig zijn er methoden om toch een eind op weg te komen. We noemen er hier een paar. De rode draad: afstand en daarmee rust creëren door je emoties te gaan observeren.

Jeuk op je ziel

Naar lastige emoties zoals jaloezie kun je soms ook praktisch kijken, op een luchtige manier. Als je arm jeukt, bén je niet je jeuk, je hebt er wél last van. Zo kun je jaloezie ook benaderen: je hart doet pijn, of, zo wilt, je ziel jeukt. Héél vervelend soms, maar niet meteen het einde van de wereld.

Gebruik je lijf

Zolang je emoties door je hoofd blijven malen, is het heel moeilijk om er afstand van te nemen. Die emoties uiten zich echter ook ergens in je lijf. Veel mindfulness oefeningen gebruiken dat. Waar in je lijf voel je die emotie? Wat voor gevoel is dat? Hard, zacht, kriebelend, stekend, drukkend, schurend? Hoe groot is het? Welke vorm? Kun je er naar toe ademen? Kun je het gevoel verduren?

Maak het tastbaar

Kun je een voorwerp of symbool associëren met je emotie? Of kun je een tekening maken? Hoe ziet dat er uit? Welke kleur? Welke naam heeft het? Kun je het ergens neerzetten waar je het ziet, ergens in huis waar je vaak langskomt, of naast je, waar je zit? Kun je het toespreken? Wat heeft het je te zeggen?

Schrijf het van je af

Schrijf een brief, aan je emotie zelf, aan de persoon over wie de emotie gaat, aan jezelf als kind of als je oud bent. Schrijf de brief in één keer, zonder te verbeteren, zonder hem mooier te maken. De brief is voor jezelf, niet voor degene aan wie je hem schrijft.

Mediteer er op

Mediteren is een zeer krachtige manier om interne rust te vinden. Het kost de nodige investering, maar dan heb je ook wat… Op deze pagina vind je instructies hoe je in stappen kunt leren mediteren.

Ken jezelf

Zelfs zonder deze oefeningen kun je al wat verder komen. Hoe meer je je bewust bent van je eigen mechanismen van versmelting en splitsing, hoe makkelijker je het jezelf kunt maken.

Filed Under: zelfhulpinfo  Tagged: angst, boosheid, emoties, jaloezie, pijn, verdriet

Hoe leer je omgaan met jaloezie?

Joost Horsten, 29 maart 2020 Reageer

Jaloezie is ingebakken in onze monogame normen. Zó erg zelfs dat we jaloezie vaak als ‘normaal’ beschouwen, dat het door je omgeving zelfs van je verwacht wordt als je partner met een ander vrijt. Jaloezie is dan ook vaak de eerste horde die je tegenkomt als jij of je partner nonmonogaam wil gaan leven. Er mee omgaan is ook niet zo eenvoudig, maar het kan wel! We lopen er doorheen in tien stappen.

1. Trigger – er gebeurt iets

Een tijdlang kan het leven en de liefde gladjes verlopen. Dan valt er een steen in de vijver en gebeurt er iets dat je raakt, iets dat je uit evenwicht brengt. Misschien is je partner verliefd geworden een ander. Misschien polst hij of zij of jij oren zou hebben naar een open relatie. Misschien heb je al een open relatie, of ben je je eerste stappen aan het zetten, en gebeurt er iets dat je moeilijker vindt dan je van tevoren gedacht had. Voor de een is het moeilijk te verteren dat de partner verliefd is, voor de ander is seks met een ander juist moeilijk. Of je krijgt het gevoel dat de ander geen aandacht meer voor je heeft. Iedereen heeft zijn eigen triggers en vaak verandert over tijd waar je precies last van hebt.

2. Herkennen en erkennen

Het groene monster steekt de kop op

De eerste stap voor jezelf is herkennen dat jaloezie de kop op steekt. Dat klinkt misschien simpel. Soms is het dat ook, maar niet altijd. Het feit dat je dit artikel leest is een teken dat je jaloezie tenminste een beetje herkent, bij jezelf of bij een partner. Met een beetje afstand is het ook niet zo ingewikkeld. Als je er middenin zit kan het lastiger zijn. Een emotie kan je overmannen, een ruzie kan je meeslepen. Misschien vind je van jezelf dat je ‘er boven staat’, dat jij geen jaloezie kent. In dat geval, herken je dit? “Ik ben helemaal niet jaloers! Het is alleen dat jij ……”. Feit is dat jaloezie in alle nonmonogame relaties kan spelen. Soms minder, soms meer.

Zeker in de hitte van de strijd, als bij iedereen de emoties hoog oplopen, als verdriet en verwijten rondvliegen, krijgt de strijd zelf alle aandacht, kan gelijk krijgen belangrijker worden dan geluk vinden. De strijd verblindt, waar het werkelijk om gaat, raakt uit zicht.

Pas op de plaats, diep ademhalen en ruimte nemen om te zien dat het groene monster in een hoekje zit te gniffelen. Hij heeft je toch weer tuk. Gun hem dat niet. De simpele constatering “Hé, ik heb nu last van jaloezie” is een belangrijk begin.

3. Aanvaarden

Er is wat er is
Het is niet leuk, maar wel normaal

Jaloezie is niet leuk. Punt. Het liefst ben je er zo snel mogelijk vanaf. Waarschijnlijk lees je daarom dit artikel. Voor een deel gaan we je teleurstellen. Jaloezie is er namelijk niet voor niets. Het is een signaal, een signaal dat er iets voor jou niet in orde is. Wat dat precies is, en wat de oplossing is, dat kan van alles zijn. En dat is precies wat we gaan onderzoeken.
Een belangrijke stap is om je te realiseren dat jaloezie helemaal geen bijzondere plaats verdient. Het is een heel gewoon gevoel, net zoals bijvoorbeeld boosheid. En net zoals het prima is om af en toe boos te zijn, is het heel menselijk dat je soms jaloezie voelt. En nonmonogamisten zijn geen supermensen. Ook die zijn niet immuun voor jaloezie. Het is niet zo gek dat je je ongemakkelijk voelt als je weet dat je lief op dat moment met een ander vrijt.

Je hebt recht op je emotie
“Ik ben vast geen goede polyamorist want ik ben jaloers omdat je ook iets met hem hebt.”
“Oh, oh, als je dat nou eens afleert…”

Het lijkt zo handig: gewoon even iets leren, zodat je je niet meer voelt zoals je je voelt. Of tegen een partner zeggen dat ze gewoon moeten leren om hun emoties anders te voelen. Helaas gaat dat niet, maar bovendien zou dat voorbij gaan aan waar je gevoel goed voor is. Je gevoelens geven jou signalen over of een situatie stressvol of rustgevend is, en prettig of onprettig. Dat zijn nogal belangrijke dingen om te weten, wil je het een beetje overleven en naar je zin hebben.
Jouw gevoelens horen bij je en ervaar je, of je nou wil of niet. Dat ze er zijn is iets om serieus te nemen, dus het is belangrijk dat je ze omarmt. Ze zijn er nu eenmaal. Wat je vervolgens over die emoties denkt en hoe je ermee omgaat, da’s een tweede. Maar dat ze regelmatig langskomen, daar kun je niet omheen.

Je bènt niet je emotie
“Polyamorie, ik zou dit nooit kunnen want ik ben nou eenmaal erg jaloers!”

Je gevoelens horen dus bij je. En misschien zeg je dan: “Ik ben jaloers”. Dat is een heel gewone manier van uitdrukken, maar je zegt er meer mee dan je denkt. Als je zegt: “Ik ben jaloers”, vereenzelvig je je met je jaloezie. Jij bént dus de jaloezie. De jaloezie is deel van jou geworden. Het wordt moeilijk om je voor te stellen dat je ook niét jaloers kunt zijn. Misschien is het zelfs  bedreigend om niet jaloers te zijn. Het is immers toch natuurlijk om jaloers te zijn als je partner nog een ander heeft? Als je in staat bent om te zeggen: “Ik voel jaloezie” of, nog wat abstracter, “Ik ervaar jaloezie” word je in staat om ruimte te scheppen tussen jou en je emotie, die te onderzoeken en je er niet automatisch door te laten meeslepen. Dus dat je je wel eens jaloers voelt, dat hoort bij je. Dat zegt niet dat je jaloers bent.

De ander is niet de schuld van jouw emotie
“Jij hebt gezorgd dat ik me zo voel! Mijn jaloezie komt door wat jij doet!”

In de hitte van de emotie kun je je partner wel eens zoiets verwensen. Het gedrag van je partner kan zeker jouw emoties triggeren maar de ander is niet de schuld van jouw emotie. Al was het maar dat een ander persoon in dezelfde situatie misschien een ander gevoel zou hebben. Dat betekent dus dat de ander jou niet “een gevoel geeft”. Jij hebt een reactie op wat een ander doet. Gelukkig maar! Stel je voor dat jouw partner werkelijk zou kunnen dirigeren welke emoties je hebt, hoe vrij zou dat voelen?
Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen deel van je emotie is een belangrijke stap om er beter mee om te leren gaan. Dat betekent: ja, ik voel me jaloers, en ik heb er zelf het meeste last van.

Je kiest zélf wat je met je jaloezie doet

Hoe je omgaat met je gevoel, onder andere hoe je het uit, daar heb je een keus in. Omdat de ander  niet de schuld heeft van jouw gevoel, kun je je ook niet meer verschuilen in een slachtofferrol. Je hebt daar je eigen verantwoordelijkheid in. Projecteer je het op de ander, word je kwaad, ga je eisen dat de ander jouw jaloezie oplost? Of besluit je de jaloeziegevoelens gewoon rustig te laten voor wat ze zijn?
Net zoals bij boosheid kan de ander wel de aanleiding zijn voor je lastige emotie, maar je kunt zélf besluiten wat je ermee doet.

4. Observeren

Wat speelt er nou precies?

Jaloezie is niet één eenduidige emotie. Onder de paraplu ‘jaloezie’ valt een waaier van verschillende lastige gevoelens. In de kern gaat het om combinaties van verdriet, angst en boosheid die op verschillende manieren aangeraakt worden. Wij herkennen tenminste negen soorten jaloezie die te maken hebben met:

  • verlies
  • territorium
  • waarden
  • rangorde
  • schaamte
  • schaarste
  • uitsluiting
  • afgunst
  • minderwaardigheid

Hoe beter je begrijpt wat jou triggert, hoe je daarop reageert en welke onderliggende emoties er aangeraakt worden, hoe makkelijker en effectiever je naar manieren kunt zoeken om het leven gemakkelijker te maken. In dit artikel gaan we verder in op die verschillende vormen.

5. Onderscheiden

Wat is van jou? Wat is van mij?

In een conflict overschrijd je elkaars grenzen, of je rammelt er tenminste aan. Vaak is vertrouwen geschonden. Je voelt je niet meer veilig. In die emotie kan het gemakkelijk zijn om de schuld bij de ander te leggen. Immers, hij of zij deed……. Of misschien vind je juist dat alles aan jou ligt, dat je het toch nooit goed doet. De realiteit is meestal dat beide partners boter op hun hoofd hebben, alhoewel niet per se evenveel. Wat heb jij op te lossen? Wat heb ik op te lossen? Het is zaak dat ieder zijn deel neemt, niet minder, ook niet meer.

Het is niet eenvoudig om dat onderscheid te kunnen maken. Dat vraagt tijd, oefening en vooral heel veel onderling gesprek. Om toch een handreiking te geven: het kan helpen om naar een paar veel voorkomende verwarringen te kijken.

Feiten versus interpretaties

Wat heeft de ander wérkelijk gezegd of gedaan en wat is jouw interpretatie daarvan? Vaak vul je zelf een bedoeling in bij het feitelijke gedrag of de woorden van de ander. “Jij negeerde mij” kan een interpretatie zijn van het feitelijke “Toen ik jou iets vroeg, gaf je geen antwoord.” Misschien klopt die interpretatie, dan is een vraag om verantwoording daarover terecht. Misschien klopt het niet, dan ligt de bal bij jou waarom je dat zo invult.

Afspraken versus verwachtingen

Nogal wat coachgesprekken beginnen met de verzuchting dat het vertrouwen in de ander beschadigd is. De vraag is dan steeds, wát er dan precies beschadigd is. Welke gemaakte afspraken zijn precies geschonden? Als dat duidelijk is, dan heeft de overtreder een probleem. Afspraken zijn er immers om je aan te houden. Echter, ook heel vaak blijken er eigenlijk nauwelijks duidelijke afspraken te zijn. Wat dan beschadigd is, zijn de verwachtingen in de ander. Maar wie is daar verantwoordelijk voor, de ‘overtreder’ of degene die de eigen verwachtingen projecteerde?

Hier & nu versus oude patronen

Conflicten ontstaan in het hier en nu, met concrete aanleiding. Maar gaat het conflict daar ook écht over? Meestal passen ze in een patroon waarin partners in dezelfde groef blijven draaien. Vaak gaat het conflict eigenlijk helemaal niet over iets dat tussen de partners speelt. Dan gaat het over oude patronen, die de partners al jong geleerd hebben en onbewust nog steeds blijven herhalen; reflexen die ooit, als kind, als jongere, geleerd zijn om dat ze toen belangrijk waren om te overleven. Ze hebben vaak hun functie allang verloren maar zitten nog steeds in ons systeem. In kritische situaties vallen we makkelijk terug op die reflexen. In feite reageren we dan niet in het hier & nu op onze partner, maar in het daar & toen op onze ouders of anderen uit het verleden. Je partner kan het niet helpen dat die op je vader of moeder lijkt; jij kunt het onderscheid leren maken en steeds minder in het oude patroon vervallen.

6. Aannemen

wie je bent

Op dit punt aangeland weet je wat van jou is, wat jij te doen hebt, in je relatie en je leven. Je kunt het ook voelen in je lijf. Waarschijnlijk is dat niks nieuws, weet je het allang. En daar word je misschien vreselijk moe van, of verdrietig, of boos op jezelf, dat je hier alweer tegenaan loopt; onmacht, schaamte.  Je wilt er vanaf, je wilt dat de situatie wordt opgelost, je wilt niet alweer hetzelfde voelen. Je wilt jezelf ontwikkelen, je wilt ermee om kunnen gaan. Maar hoe dan?? Wat is de oplossing?

Helaas is het zo simpel niet. Tot zover ging dit verhaal over begrijpen en voelen. De volgende stap is een spirituele. Paradoxaal gaat de reis van verlichting door het donker. Werkelijk aannemen wie je bent en wat je hebt aangetroffen. De perfectie in je imperfectie zien. Je schaduw omarmen. Dit is wie je bent en hiermee heb je het te doen. Dat is géén passief fatalisme in de zin van ‘het is toch hopeloos’. Eerder het diepe besef dat dit de enige manier is waarop je nu kunt zijn en dat dat genoeg is om een volgende stap te kunnen zetten. Zolang je in de kramp blijft dat ‘het niet goed is’, gaat je energie naar de weerstand tegen wat er gewoon ís. Dat is verspilde energie want die verandert niets. Zo kun je angst blijven houden voor je angst, verdriet over je verdriet en boosheid over je boosheid. Als je je angst, je verdriet of je boosheid kunt aannemen, er ‘laten zijn’, opent dat je geest, je hart en je wezen.

Dit is natuurlijk niet eenvoudig. Sterker, het is een levenstaak die voor normale stervelingen nooit helemaal volbracht zal worden. En dat hoeft ook helemaal niet. Elke stap is er eentje en een aantal stappen maken samen een reis. Als het je lukt om je relatie te zien als spiegel en de uitdagingen daarin als een turbo om verder te kunnen groeien, ben je al halverwege.

Als je gewend bent om te mediteren, of je daarin zou willen verdiepen, kan dat een goed hulpmiddel zijn om je te trainen je jaloezie te verduren. Zo creëer je extra rust om er effectief mee om te gaan. Op deze site vind je een instructie voor een basismeditatie en een uitgebreidere meditatie die je specifiek kunt gebruiken om te mediteren op jaloezie.

7. Helen

wat nog geheeld wil worden

Als je werkelijk, op een diepe laag, jezelf, je partner en de omstandigheden hebt kunnen aannemen, is de heling vaak voor een groot deel al gebeurd. Maar soms is er meer nodig. Misschien is er een trauma dat om verwerking vraagt, misschien kun je nog in het reine komen met een persoonlijke- of familiegeschiedenis. Misschien kun je je eigen innerlijke kind leren beschermen, misschien kun je je innerlijke ouders te hulp roepen. Misschien kun je dat zelf, met hulp van je partner, misschien vraagt dit begeleiding.

Jaloezie went en kan verminderen

Als je eenmaal leert dat jaloezie helemaal niet zo vreselijk hoeft te zijn, dan je er ook gewoon aan wennen. Dan realiseer je je dat het ook heel gewoon is om meerdere vrienden of vriendinnen te hebben. Of om diep van onze (meerdere) kinderen te houden. Liefdes hoeven niet ten koste van elkaar te gaan. Door het omgaan met jaloezie leer je omgaan met lastige emoties, iets waardoor je je als persoon sterker gaat voelen.
Het kan zelfs zijn dat jaloezie een positieve draai gaat krijgen. In het Engels bestaat het woord compersion. Het is het tegenovergestelde van jaloezie. Een goede Nederlandse vertaling bestaat er niet voor; wij houden het op medeliefde. Het staat voor het plezier dat iemand beleeft aan andermans plezier, bijvoorbeeld door het besef dat een geliefde ook bemind wordt door een ander. Het klinkt misschien merkwaardig, maar uit eigen ervaring weten we dat het écht kan.
Vaak horen wij in gesprekken met polyamoristen dat ze vinden pas succesvol polyamoreus te leven als ze ook medeliefde voelen. Dat voert de druk op, want ze moeten iets gaan voelen wat ze nu nog niet voelen. En zoals we eerder al zeiden, je kunt iemands gevoel niet dirigeren. We zien momenten waarop we medeliefde voelen als waardevolle extra’s, maar niet als de heilige graal van consensuele nonmonogamie.

8. Bijleren

je gereedschapskist uitbreiden

Nadat je alles samen met je partner in de ogen hebt gekeken, doorgrond, aangenomen en waar nodig geheeld, valt er vaak nog steeds wat bij te leren om effectiever met elkaar om te gaan. De belangrijkste kandidaat is je onderlinge communicatie. Zelfs als je elkaar heel goed begrijpt en aanvoelt, is het een uitdaging om in de hitte van een emotie goed te blijven communiceren. Het goede nieuws is dat je dat kunt leren. Er zijn een aantal krachtige communicatiemethoden. Een relatief eenvoudige is Geweldloze Communicatie. Wijzelf gebruiken nog meer methoden. Het voert te ver om om daar hier uitgebreid op in te gaan. Je bent welkom voor een coachsessie als je je hierin stappen wilt maken.

9. Afspraken bijstellen

Wat ga ik doen? Wat ga jij doen?

Effectieve afspraken kunnen enorm helpen om samen door een turbulente periode te komen. In een apart artikel op deze site gaan we daar verder op in.

10. Verbinden

Het leven en de liefde vieren

Tenslotte, als al het werk gedaan is, is het hoog tijd om het leven en de liefde te gaan vieren. Het zal niet altijd makkelijk geweest zijn om alle stappen te zetten, maar waarschijnlijk ben je zelf gegroeid en is je relatie verstevigd en verdiept. Je gaat vast weer eens een uitdaging tegenkomen, maar ook die kun je wel weer aan. De eerste keer dat je deze cyclus doorloopt is vaak de lastigste en kan tijd en inspanning kosten. Naarmate je je eigen patronen en die van je partner beter leert kennen, gaat het steeds sneller. Op een bepaald moment kan het zelfs bijna in een reflex gebeuren: bij een nieuwe trigger herken je jullie patronen en weet meteen hoe je daarop effectief kunt reageren. Zo kom je zelf én samen op een steeds dieper niveau van verbinding.

Filed Under: concept, zelfhulpinfo  Tagged: jaloezie

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Pagina 3
  • Ga naar Volgende pagina »
  • Home
  • Coaching
    • Coachgesprekken
    • Tarieven
    • Locaties
    • Online zelfhulp
    • Cursusdagen
    • Vragenlijsten
  • Zelfhulp
    • Veelgestelde vragen
    • Tips
    • Zelfhulpartikelen
    • Opinie & blogs
    • Boeken
    • Oefeningen
  • Activiteiten
  • Afspraakplanner
  • Over ons
    • Team
    • Onze visie op relaties
    • Testimonials
    • Social Enterprise
    • Spelregels & Privacy
    • Partners
  • English
  • Contact
    • Contactgegevens
    • Ontvang onze Liefdesbrief

© Copyright 2023 Liefde buiten de Lijntjes · Alle rechten voorbehouden